"Medewerkers willen zich oprecht inzetten voor de maatschappij"

Lucas Lombaers is directeur van het rijksprogramma Open Overheid. Namens alle ministeries zorgt hij voor de samenhang tussen activiteiten van rijksorganisaties om de manier waarop we met overheidsinformatie omgaan te verbeteren.

Vergroot afbeelding Lucas Lombaers zit op bankje op Binnenhof voor Ridderzaal

Beeld: ©RDDI

Wat doet het rijksprogramma Open op Orde?

“Naar aanleiding van de Kinderopvangtoeslagaffaire heeft het kabinet een breed pakket aan maatregelen genomen om tot een betere informatiehuishouding te komen en veel meer informatie te delen met het parlement en het publiek. Het kabinet heeft dit programma in het leven geroepen om te zorgen dat al deze maatregelen samenhangen. Het gaat dan om informatiehuishouding - hoe bewaren we alles? - informatieverstrekking en om politiek-ambtelijke verhoudingen. Dat laatste gaat over individuele contacten tussen ambtenaren en Kamerleden. Als Open Overheid zijn wij de verbindende schakel tussen alle activiteiten. Elk departement heeft een programmamanager Open Overheid. Met deze programmamanagers bespreken we of ze maatregelen kunnen uitvoeren en tegen welke knelpunten ze aanlopen. Een belangrijk onderdeel is het rijksbrede actieplan Open op Orde, dat zich richt op de verbetering van informatiehuishouding. Het Rijksprogramma voor Duurzaam Digitale Informatiehuishouding (RDDI) houdt zich ook bezig met Open op Orde en richt zich daarbij ook op de informatieprofessionals van de ministeries en uitvoeringsorganisaties.”

“In april van dit jaar heeft het kabinet een eerste stap gezet door de agenda en besluitenlijst van de ministerraad zelf openbaar te maken. Op 1 juli zetten we een volgende en grote stap: de overheid maakt dan beslisnota´s actief openbaar. Dat is ingrijpend voor alle betrokkenen. Voor de adviseurs die deze nota’s schrijven, de staf die zorgt dat ze op de goede wijze openbaar worden en ook voor de griffies van de Eerste en Tweede Kamer. We bereiden dit samen met alle ministeries voor. Daarnaast bespreken we met de griffie van beide Kamers bijvoorbeeld hoe ministeries de informatie tijdig, overzichtelijk en op eenzelfde manier kunnen aanleveren.”

“Vanaf 1 juli gaan we op deze manier werken. We kijken daarbij wat goed loopt en wat moeten worden verbeterd. Die ervaringen worden geëvalueerd en op basis daarvan wordt een voorstel gedaan hoe we in 2022 een vergelijkbare stap gaan zetten met het openbaar maken van nog eens vier soorten documenten.”

“We helpen ook bij de invoering van de Wet open overheid, die de Wet openbaar bestuur vervangt en nu in de Eerste Kamer ligt. Naar verwachting treedt die volgend voorjaar in werking. Daarnaast gaan we ministeries bijstaan bij de verruiming van de regels voor contacten tussen ambtenaren en politici, de zogenoemde ‘Aanwijzing externe contacten’. Vroeger kon je als Kamerlid zonder uitdrukkelijke toestemming van een minister ambtenaren niet bellen. Er is nu een nieuwe Tweede Kamer. Om die leden te informeren en hun vragen door ambtenaren te laten beantwoorden, worden veel meer technische briefings gegeven. Hoe wil je die nieuwe toegankelijkheid van je medewerkers als ministerie benutten? En hoe doe je dat zorgvuldig en veilig? Daarover kunnen wij vanuit het programma Open Overheid meedenken.”

Hoe reageren medewerkers, als jij ze spreekt over dit soort initiatieven rond Open Overheid?

“Aan de ene kant hoor ik van veel mensen: ‘goed dat deze stap wordt gezet’. Veel medewerkers zijn geschrokken van het drama dat zich binnen de overheid heeft afgespeeld rond de kinderopvangtoeslagen. Zij willen zich oprecht inzetten voor de maatschappij en daar open over zijn. Aan de andere kant proef ik ook zorgen. Zit je bijvoorbeeld midden in een ingewikkelde onderhandeling, dan kan de openbaarmaking van stukken het vervolg bemoeilijken. Of als jouw mail opeens openbaar wordt. Wat deze ambtenaren zich vaak afvragen: Hoe vinden we een goede verhouding tussen transparantie en een effectieve aanpak van maatschappelijke problemen?

Wat zou je tegen hen willen zeggen?

“Ik begrijp heel goed dat het spannend is, als jouw werk straks ook buiten het ministerie is in te zien. Dat is een grote verandering in hoe we ons werk doen. We willen dit als overheid zorgvuldig doen. Je naam is straks niet te zien op de beslisnota. We hebben ook een set van spelregels voor hoe en wanneer we stukken openbaar maken. Daarmee kunnen we per casus beslissen over openbaarmaking van stukken. Het is goed dat tussen medewerkers en leidinggevende over openbaarmaking wordt gesproken. Een deel ligt vast in de Wet open overheid. Een deel van de spelregels ligt vast in een concept beleidslijn voor Actieve Openbaarmaking, die op 5 juli in de Tweede Kamer wordt besproken. Na die debatten wordt duidelijk of de Tweede Kamer deze aanpak steunt.”

“Het is ten slotte goed om te weten dat er ook een rijksbreed programma Ambtelijk Vakmanschap wordt gestart. Onderdeel daarvan is een centraal opleidingsprogramma voor informatievoorziening en informatiehuishouding. Ook dit gaat ambtenaren helpen bij de nieuwe manier van omgaan met overheidsinformatie.”